Naar Receptuur helpdesk

Vraag

Gepost op: 6 maart 2013

Meerdere tandartsen vragen een gestabiliseerde oplossing van 3% natrium hypochloriet te bereiden.


Zij gebruiken dit voor de desinfectie van tandwortelkanalen na ontzenuwing vooraleer te vullen. Normaliter bekomen zij die uit Nederland.
Hoe stabiliseren (zonder het vrijkomen van aktief chloor te belemmeren)?
Is het bufferen hier een voldoende oplossing (PH 8.5 of 11?)?
Hoe zit het nu juist met die chloorgraden?

Antwoord

Normaal gebruikt men een geconcentreerde hypochloriet oplossing aan 12.5% Chloor. Gezien deze niet onbeperkt stabiel is wordt een titratie uitgevoerd voor het verdunnen zodat met een lager gehalte rekening kan worden gehouden. Als formule staat voor een oplossing met 1 procent chloor in de Deutsche Arzneimittel Codex (DAC) het volgende:
Nahypochlorietoplossing 12.5% chloor qs
Na carbonaat qs
Na bicarbonaat qs
water tot 100g

Voor lange bewaring wordt de pH ingesteld op ongeveer 11 voor onmiddellijk gebruik en voor een krachtige desinfecterende werking pH = 9. Dus moet eventueel bij de ingebruikname de pH aangepast worden. In het eerste geval bezigt men Na carbonaat; in het tweede bicarbonaat om de pH aan te passen.
Voor beide gebeurt de bewaring bij voorkeur in de koelkast; zeker buiten lichtinvloed en in een polyethyleenfles. Bij bewaring bij 20°C of in de koelkast spreekt men van een bewaartermijn van 3 maand.
Wat chlorometrische graden betreft, zijn bij ons voornamelijk de Franse in voege waarbij: 1 franse graad overeenkomt met een concentratie van 3.17 g chloor per liter of 0.31% g/g. Javel water bezit 12 of 8 Franse graden. Ik meen dat deze laatste beschikbaar is bij de groothandel. Acht graden komt dan overeen met 2.45% (g/g) actief chloor.