Onverenigbaarheden bij het mengen van oplossingen voor aerosoltherapie.

U signaleeert mij een reeks onverenigbaarheden bij het mengen van oplossingen voor aerosoltherapie.
Ik herneem die en vervolledig ze met de vermelding van de actieve bestanddelen aanwezig in de respectievelijke oplossingen. Immers de onverenigbaarheden zijn te verklaren op basis van interacties tussen kationogene en anionogene stoffen !!

1. Lomudal (Na cromoglycaat) + Syntaris (flunisolide ) + Atrovent (ipratropiumbromide ) : interactie cromoglycaat negatief met ipratropium positief
2. Berotec (fenoterol HBr) + Bisolvon (broomhexine HCl) + Lomudal : zelfde interactie 2 X
3. Atrovent + Bisolvon + Lomudal : zelfde interactie 2 X
4. Berotec + Atrovent + Lomudal : zelfde interactie 2 X

De graad van troebel- eventueel neerslagvorming is afhankelijk van de iongrootte van de reagerende stoffen.

Voor wat het mengsel Atrovent + Beconase Aqua betreft zie ik geen problemen omdat het actief bestanddeel van Beconase, beclomethason dipropionaat, onopgelost is en niet ionogeen. Dus geen belangriijke interactie.

U ziet dat ellelange lijsten overbodig zijn. Met de stelregel : vermijd kationogeen samen met anionogeen, komt men ver !