Naar Receptuur helpdesk

Vraag

Gepost op: 25 maart 2018

Hoeveel Natriumcitraat moet voorgeschreven worden als men volgens de overeenkomstige omzetting 1 g bicarbonaat wil verkrijgen ?

De dagdosis is 3 X 1 capsule

Antwoord

Omzetting van 1 g bicarbonaat in milli-equivalenten 

MG van natriumbicarbonaat = 84 g:/mol

1 g Nabicarbonaat = 1/ 84 = 0,012 mol of 12 mEq

 trinatriumcitraat 2aq geeft 3 mEq Na dus hebben we slechts 4 mmol Na3Ci nodig

MG van trinatriumctraat 2 aq = 294 g/mol of 1 mmol trinatriumcitraat 2aq = 294 mg

dus 4 x 294 mg = 1176 mg of 1,180 g trinatriumcitraat 2aq. 

Deze hoeveelheid is te groot om in een gemakkelijk inslikbare capsule harde gelatine capsule af te vullen .

Daarom wordt verkozen gebruik te maken van een oplossing . Zie commentaar Prof. Dr. I. Spriet

Commentaar Prof Dr. I. Spriet  (KU Leuven) 

Als ik het goed begrijp is de vraag hier hoeveel Natriumcitraat men moet voorschrijven, als men een overeenkomstige omzetting wil bekomen tot bicarbonaat, overeenkomstig aan een dagdosis van 3  x1g bicarbonaat.

Natriumcitraat wordt na opname quasi volledig omgezet tot bicarbonaat. De oplossing die gebruikt wordt om natriumcitraat toe te dienen in deze indicatie is ook gekend onder ‘SHOHL-oplossing’ en bestaat uit trinatriumcitraat.2aqua 10g, citroenzuur.1aqua 6.7g en water tot 100 ml.  De bicarbonaat wordt zowel uit natriumcitraat als citroenzuur gevormd, elke ml levert 1mEq bicarbonaat. Een dosis natriumbicarbonaat van 3x1g komt overeen met 3 x 12 mEq bicarbonaat.  Het gehalte citraat-ion (afkomstig van zowel natriumcitraat als citroenzuur) komt in de SHOHL oplossing met 2mEq/ml citraat overeen.  Om dus 3 x 12 mEq/bicarbonaat te verkrijgen, moet met 3 x 12 ml geven van de SHOHL oplossing.  Om dit onder de vorm van capsules te geven heb je voor 1 dosis al 1200 mg trinatriumcitraat.2aqua en 804 mg citroenzuur nodig, wat neerkomt op > 2g poeder, en dus niet meer in 1 capsule toe te dienen valt. Vandaar dat dit altijd onder de vorm van een oplossing wordt gegeven.