Vraag
Gepost op: 6 maart 2013Stabiliteit van een intravesicale installatie.
Ik krijg de vraag van onze uroloog volgende oplossing voor intravesicale instillatie te bereiden:
heparine 40.000 IEWaarschijnlijk best fysiologisch oplossing te grbuiken als oplosmiddel? Of beter water voor injectie? Zijn hiervan stabiliteitsgegevens gekend?
lidocaine 2% 10ml
natriumbicarbonaat 8.4% 5ml
oplosmiddel ad 50ml
Antwoord
Lidocaïne is stabiel bevonden in een breed pH gebied van pH 3 tot 6. In een oplossing van NaHCO3 bij een pH van 6.8 trad geen verlies op voor een periode van 1 maand. Bij pH 7.2 was geen merkbaar verlies voor drie weken maar na 1 maand was de concentratie gezakt tot 88% en een kristallijn neerslag ontstond. Bij pH 7.4 werd na 2 weken een verlies vastgesteld van 25% met vorming van een kristallijn neerslag. Neerslagvorming schijnt op te treden rond pH 7.5.
Tussen de gegevens voor Na- heparine wordt meer tegenspraak gevonden. Enerzijds wordt aangeraden heparine-oplossingen niet in te vriezen en niet te bewaren bij een temperatuur boven 40°C. Anderzijds zou heparine zijn activiteit bewaren na autoclaveren bij 120°C. Een andere studie vermeldt voor een heparine-oplossing met 10 tot 35.000 IE per ml bij pH 7 à 8 een stabiliteit van 15 jaar bij 4°C en van 7 jaar bij 18°C.
Toegevoegde stoffen zoals glucose en NaCl kunnen een invloed hebben op de stabiliteit van heparine. In een oplossing van dextrose 2.5% samen met 0.45% NaCl is de stabiliteit bij 4°C 12 maand; zijn de respectievelijke concentraties 3.75 en 0.2% dan bedraagt de stabiliteit 1 jaar bij 4 en 22°C.
CONCLUSIE: Zeer belangrijk is de pH.